Onze eerste stop in Indonesië was, onverwacht (zie blog post #11), Bali. Door de vooroordelen die we hadden, zagen we dit enkel als onze landingsplaats om van daaruit de rest van Indonesië te verkennen. Vooroordelen worden wel eens vaker ontkracht en deze dus ook. Uiteindelijk bleek Bali nog best mee te vallen. Ja, het kan er op bepaalde plaatsen druk zijn en er zijn stukken waar het vol resorts staat, maar dit massatoerisme is ook te vermijden. Wij verbleven in een fantastische homestay in een van de kleinere dorpjes, weggedoken tussen de rijstvelden. Hier zaten we lekker rustig met een mooi uitzicht en vooral natuurgeluiden zoals kwakende kikkers, zingende vogels en pratende gecko's. Bovendien konden we genieten van de goede kookkunsten van de uitbaters, lokaler kan niet. We ontdekten plaatselijke gerechten zoals mie goreng en nasi goreng (fried noodle en fried rice), nasi campur (rijst met een mix van gerechtjes bij), babi guling (varken op spit), enzovoort. Zo hadden we uiteindelijk helemaal niet het gevoel dat we in het massatoerisme beland waren. En dan ga je natuurlijk ook wat op verkenning... Dan kom je al wel eens plaatsen tegen waar het wemelt van de toeristen, zowel buitenlands als lokaal. Bepaalde tempels of de surfstranden lokken veel volk, maar andere plaatsen zijn minder ontdekt. Als je dan bijvoorbeeld met de scooter rondtoert zoals wij dat doen, kom je al eens op zo'n unieker adresje uit. Gunung Kawi of de door Unesco beschermde rijstvelden zijn minder bezocht. Tijdens het rondrijden naar die plekken valt je oog soms op een wegwijzer die je aandacht trekt. Zo sta je plots aan een organische tuin met bijbehorende eetcafé. Zeker dus nog plekjes om te ontdekken op Bali. Maar dan kom je op Lombok aan... Zo moet Bali er 20 à 30 jaar geleden ook hebben uitgezien. Er is nog zo veel meer groen op dit eiland. Momenteel situeert het toerisme zich hier vooral in de twee strandbestemmingen Senggigi en Kuta. Ook de beklimming van de vulkaan Rinjani is bekend en natuurlijk de 3 Gili's (eilanden) in het noordwesten. Hierdoor is de rest van Lombok nog redelijk authentiek en dus (nog) niet volgebouwd met resorts. Dit betekent ook dat je in nog vrij afgelegen stukken terecht kan komen waar bijna geen accommodatie is of het zelfs wat zoeken is naar eten. Verder kom je heel enthousiaste kinderen en ook volwassenen tegen die je van meters afstand zien afkomen en dan luidkeels "hello mister!" roepen of hun hand er bijna af zwaaien. Wat ons ook opviel tijdens onze rondrit op Lombok was het aantal moskeeën die je tegenkomt. Dat is de reden waarom het het eiland van de 10.000 moskeeën wordt genoemd. We gingen ook een aantal dagen op verkenning op Gili Air, een van de populaire eilandjes in het noordwesten van Lombok. Mooi, maar het bounty gevoel kregen we er niet helemaal van, opnieuw een vooroordeel ontkracht. Te volgebouwd en te veel mensen. Wat wel nog een pluspunt is, is dat er geen gemotoriseerd verkeer is op het eiland. Nadeel: ze zetten je ongelooflijk hard af voor een lift met paard en kar. Voor slechts een kilometer vragen ze 100.000 rupiah (zo'n 6,5 euro). Wetende dat je met taxi per kilometer slechts 7000 rupiah (net geen halve euro) betaald en de paarden bovendien vaak niet goed verzorgd worden. Te voet lukt ook wel! Geef ons dan maar de Gili's in het zuidwesten. Hier ligt het strand niet vol met dood koraal en zie je onder water dus nog prachtige dingen. Verder is er geen of beperkte accommodatie beschikbaar dus krijg je nog meer het gevoel van op een onbewoond eiland te zitten. Vraag is natuurlijk hoe lang al deze relatief onontdekte stukjes nog zo natuurlijk en authentiek gaan blijven. Eenmaal men het financiële gewin van toerisme meer en meer ontdekt zullen ze daar ongetwijfeld ook overstag gaan. Naar onze mening gaat Bali dan ook serieus moeten inboeten. Lombok heeft namelijk hetzelfde en nog meer te bieden. Een dagje strand hoppen in het zuiden van Lombok zegt alles.
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |