Yakushima, het eiland met de eeuwenoude ceder bomen. Niet meteen de meest bekende bestemming voor buitenlandse toeristen, en al zeker niet bij hun eerste bezoek aan Japan. Wij kregen deze tip van onze vrienden Tessa en Nicolas, die in 2014 hier al een bezoek brachten. Het leek ons wel de moeite om hiervoor even helemaal naar het zuiden af te zakken. Het kostte ons wel een vlucht en een ferrytocht van 4 uur om er te geraken dus het eiland had ons wel wat goeds te tonen om dit de moeite waard te maken. Al bij het binnen varen van de haven toonde het eiland zijn pracht en kracht. Bovendien hadden we een super toffe hostel, traditioneel bij een leuke dame. Zelfs de badkamer was traditioneel: een kuip met water dat enkel ’s avonds opgewarmd werd. Emmertje erin en hoppa, water over je heen gieten. Aangezien het water dus alleen ’s avonds warm werd gemaakt, was er ook een ritueel om te douchen: op een bordje je naam schrijven en de eerste op de lijst mocht natuurlijk als eerste en riep de volgende zodra hij/zij klaar was. Gezellige boel met gelijkgestemde zielen daar! Aangezien we maar 1 dag hadden besloten we om de, waarschijnlijk bekendste, hike van het eiland te doen, Shiratani Unsuikyo Gorge. Deze gaat door mos bedekte bossen, langs waterloopjes tot op Taikoiwa Rock waar je uitzicht hebt op de onderliggende vallei en rivier. Twee korte busritten later stonden we aan de start van de wandeling. Wij begonnen aan de hike in omgekeerde richting in de hoop zo de grootste hoop mensen wat te ontlopen. Helaas waren wij niet de enigen die dit dachten dus waren we niet bepaald alleen. We hadden wel gekozen om de langste route te doen die er was dus echt volgepakt was het eerste deel van de wandeling niet. Wel was dit eerste stuk magisch. De bomen en paden waren bedekt met allerlei soorten mos, wat een echt sprookjesachtig gevoel gaf. De eeuwenoude bomen reikten ook tot tientallen meters boven onze hoofden. Gewoonweg prachtig om doorheen te wandelen. Uiteindelijk kwamen we aan een splitsing om de klim richting Taikoiwa Rock in te zetten. Hier was er plots wel wat meer verkeer van mensen. Tijdens de klim begon het weer ook om te draaien en de wolken dreven langzaam het bos in. Dit leverde natuurlijk wel prachtige plaatjes op, maar betekende ook dat toen we de stevige klim eindelijk achter de rug hadden we geen enkel zicht hadden daar boven. We bleven nog even wat rondhangen op onze rots, maar het mocht niet baten. Het was tijd om het bloed weer te laten circuleren zodat we het terug wat warmer zouden krijgen, dus begonnen we aan de afdaling. Dit stuk van de wandeling was minder spectaculair. Al mochten we nog een swing bridge oversteken vlak voor het einde. Met deftig wat kilometers in de benen die voornamelijk omhoog gingen, stonden we terug aan de ingang. Aangezien de bus nog een uur op zich zou laten wachten, regelde Kim even een lift voor ons. Een tof koppel uit Hong Kong nam ons mee de berg af en zo hadden we nog tijd om een welverdiende koffie te gaan drinken. Al dromend over feeën en elfen die in dit prachtige bos rondhangen, vielen we die avond met een voldaan gevoel in slaap. Kims idee om een paludarium op te starten in dezelfde stijl was ook aangewakkerd. Het eiland had ons méér dan wat goeds getoond om onze trip naar het zuiden de moeite waard te maken. Yakushima is zonder twijfel ons hoogtepunt van Japan. De volgende dag was het tijd om aan boord van de ferry te stappen die ons terug bracht naar Kagoshima van waaruit we onze vlucht naar Osaka namen. We hadden nog een goeie week de tijd waarbij we op ontdekking gingen in Kyoto, Nara en Osaka. Kyoto bleek voor ons al snel te druk en te overschat. Om de menigte voor te zijn stonden we een paar keer lekker vroeg op (lees: om 5.00 u). Hierdoor zagen we de duizenden rode torii van Fushimi Inari in redelijke stilte. Via een alternatieve route door bamboe bos en al bereikten we het hoogste punt. Waar we ook wandelden, overal ging het pad onder de rood geverfde torii door. Speciaal toch wel. Toen we na vele trappen af te dalen weer aan onze fiets stonden, begon de horde aan mensen stilaan binnen te sijpelen. Waren we toch even blij dat die wekker zo vroeg was afgelopen. We fietsten van hieruit naar het Gion district. Deze buurt staat vooral bekend omwille van de geisha’s. Helaas was het hier ondertussen al ontzettend druk geworden. Toch trotseerden we de massa even om de smalle en gezellige straatjes door te lopen. Je kon je even echt in de oude Edo tijd wanen, als je tenminste het volk en het gekwetter kon buitensluiten. We bezochten in deze buurt nog 2 tempels, waarvan er eentje best rustig was. De oude houten tempel die nog mooi bewaard was werd omringd door een knappe tuin. Hier struinden we dan ook wat rond. Het bekende bamboe bos hadden we natuurlijk ook af te vinken op ons lijstje. Het bleek niet echt een bos te zijn maar eerder een laan van enkele honderden meters. We wandelden verder door en kwamen nog in een leuk park terecht en konden de warmte van de herfstzon voelen terwijl we langs een rivier liepen. Hier was zo goed als geen volk te bekennen. Iedereen doet zijn ding in het bekende stukje en neemt dan de metro weer richting de stad. Wij bezochten van hieruit nog een tempel waar gebeeldhouwde mannetjes staan, honderden met elk een eigen gezichtsuitdrukking. Sommige hadden ook een object vast dat met hun favoriete hobby of passie te maken had. Bijzonder om te zien! De wandeling van hier naar de bewoonde wereld liep door smalle straatjes met huizen in Japanse stijl, lekker gezellig. Laatste stop van de dag was de Golden Pavillion. Ja, je leest het goed, een gouden tempel. Hier werden we pas echt goed gek. Het was er drummen en zien dat je niet door selfiesticks om je oren werd geslagen. Het was dan ook een kort maar krachtig bezoek. Om te bekomen kochten we een matcha softijs. De Japanners zijn dol op matcha, dus je vindt hier niet alleen matcha thee, maar ook allerlei andere lekkernijen met deze smaak. We moeten bekennen dat het best lekker was. We hadden nog 1 dag te vullen en op aanraden van onze hostel begaven we ons even echt buiten de stad. Hier hoopten we wat aan de drukte te ontsnappen. In de bergen rondom Kyoto kan je wandelen van Kurama naar Kibune met onderweg allerlei tempels en kapelletjes. Zoals je misschien al doorhad, konden we ondertussen in Japan al een heel aantal wandelkilometers op de teller zetten. We wilden bij deze wandeling onze benen wat sparen en kozen er dan ook voor om in de andere richting te wandelen omdat dit de minst zware optie was. Leuke en mooie wandeling bleek het en beide dorpjes tof om even door te struinen. Kyoto was zeker niet onze favoriete bestemming in Japan. Vooral Joyce had gedacht dat zowat de hele stad of toch op z’n minst 3/4de ervan uit traditionele huizen en smalle straatjes bestond, maar het was eerder 1/4de. Van hieruit ging het richting Nara, op nog geen uurtje treinen van Kyoto. Nara staat vooral bekend om zijn park waar er vele herten vrij rondlopen én om het grootste bronzen Boeddha beeld dat in het grootste houten gebouw staat. Ook hier waren we eigenlijk wat teleurgesteld. Het park met zijn herten stelde minder voor dan verwacht en bij de tempel was er te veel volk naar onze zin. We kozen ervoor om door te wandelen naar andere tempels. Dat was best nog een aangename wandeling doorheen het bos tot bij een tempel die vrij hoog gebouwd is en dus een mooi zicht op de stad geeft. Wat ons wel heel aangenaam verraste waren de straten met de huisjes in Japanse stijl. Hier was het veel kalmer dan in Kyoto en kon je er echt van genieten. We volgenden onze neuzen nog richting een speelgoedmuseum. Dit museum is gevestigd in een van de traditionele huizen en stelt een aantal originele kinderspelletjes tentoon vanuit het Edo tijdperk. Het leuke aan dit museum is echter dat dit een interactief museum is, je mag de spelletjes zelf uitproberen. Sommige spelletjes kennen we zelf ook in België, maar andere waren dan weer heel inventief gemaakt en best vooruit op hun tijd. Zo kom je op reis al eens onverwacht leuke dingen tegen. Onze tijd in Japan naderde zo zijn einde. Laatste bestemming was Osaka, waar we nog een halve dag en avond te spenderen hadden voordat we onze vlucht naar de Filipijnen te nemen hadden. Het enige dat we in deze moderne stad zagen was het Osaka Castle en het bijbehorende park. Dit was echter wel een fijn park en niet al te druk. Ook het kasteel was mooi en indrukwekkend. Op onze laatste avond konden we niet anders dan ons favoriete gerecht nog een keer binnen spelen. Gelukkig vonden we een klein tof restaurantje dat tempura tendon op de kaart had staan. Om je vingers bij af te likken!
Met spijt in het hart namen we afscheid van Japan. Drie weken is gewoonweg te kort om dit land te leren kennen. We hadden slechts een glimp opgevangen van dit prachtige land, met zijn wondermooie natuur, vriendelijke mensen en heerlijke eten. Het zaadje dat in deel 1 was gepland was nu definitief een boon geworden. Het staat dus al vast dat we zeker een keertje terugkeren naar Japan.
4 Reacties
Zenuwachtig stapten we aan boord van het vliegtuig dat ons van Maleisië naar Japan zou brengen. Waarom zenuwachtig?, hoor ik je al denken. Wel, je hoort verhalen via andere reizigers en ziet van alles in de media waardoor we dachten dat we in een structuur zouden terecht komen die we niet mochten verstoren en ongeschreven regels die we niet mochten breken. En dan had je nog de taalbarrière die deze keer onoverwinbaar leek te zijn. Na een nachtvlucht die ons wat dooreen had geschud, landden we vroeg in de ochtend in Tokio. We vonden uiteindelijk de correcte verbinding met de metro om naar onze hostel te gaan. Inchecken zou nog niet gaan maar dan konden we tenminste onze rugzakken een plekje geven voor de rest van de dag. Een dosis cafeïne was nodig om ons door de dag te loodsen dus gingen we eerst een koffie drinken. Meteen vielen ons een aantal dingen op. De mensen waren heel vriendelijk en respectvol, de straten ongelooflijk proper, zo goed als geen smog, minder lawaai en ooooh wat een heerlijke herfsttemperaturen. Het was ruim 2 maanden geleden dat we die lange broek nog moesten bovenhalen, maar vooral dat we nog eens echt konden ademhalen. Ondanks het gebrek aan slaap voelden we ons meteen in onze nopjes. En zo begon onze ontdekkingstocht van Japan. De eerste 5 dagen spendeerden we in Tokio. Ook al zijn we meer natuurmensen dan stadsmensen, 5 dagen heb je toch zeker nodig om zelfs maar een klein stukje te zien van wat deze metropool te bieden heeft. Overdag bezochten we een aantal van de vele parken die Tokio rijk is. Het geluk zat ons mee dat in een van de parken net een evenement gaande was waarbij je allerlei workshops kon meedoen zoals je eigen chopsticks maken, een kimono aangemeten krijgen, en je kon er ook theeceremonies bijwonen. Aangezien dit toch een belangrijk onderdeel is van de Japanse cultuur besloten we deel te nemen aan zo’n ceremonie. Het was prachtig om te zien welke handelingen er allemaal bij komen kijken, en ook de matcha thee die we geserveerd kregen met een bijbehorend zoet hapje waren de moeite. Verder bezochten we onze eerste tempel, gingen we een kijkje nemen bij de vismarkt en werden we door een Japanner mee uit lunchen genomen naar een van de betere restaurantjes voor tempura tendon. Dit zou ons lievelingsgerecht nog worden. Je krijgt dan een kom rijst met daar bovenop een aantal vissoorten en groentesoorten die met een crunchy laagje gefrituurd worden, heerlijk! Dat het een goede zaak was waar we gingen eten bleek al meteen toen de wachtrij achter ons steeds langer en langer werd. De ober komt buiten alvast je bestelling opnemen en zodra er een plekje binnen vrijkomt, mag je plaatsnemen. We wisten niet goed wat te verwachten en keken dan ook naar onze Japanse gastheer zodat we zeker niets verkeerd deden. Je hebt dan toch het gevoel dat alles volgens bepaalde regels en gewoontes gebeurd waarvan je zelf totaal niet op hoogte bent. We brachten het er nog wel goed van af leek ons, want onze Japanse vriend nam ons nog wat verder mee op sleeptouw en leek niet meteen door ons in schaamte gebracht. Oef! Wanneer ’s avonds de zon onderging en overal de lichtjes aan gingen, dan was Kim in zijn element en trokken we er op uit om naar hippe buurten te gaan voor wat nachtfotografie. Geen gebrek aan dergelijke plaatsen in een stad als Tokio natuurlijk. Het was hier dat we de bekende gekte van in de media wel een keertje tegenkwamen. Zo gek is het echter niet altijd en overal in Japan. Wegens maar een maximum verblijf van 3 weken hadden we wel een goed gevuld programma voor de boeg in Japan. Na Tokio was het dan ook meteen door naar de volgende stop: Hakone, dé plaats om Mount Fuji te spotten. Dit was gelukkig maar een 2-tal uurtjes reizen met trein en bus. Vijf dagen voor onze aankomst in Japan had een enorm zware tyfoon deze regio nog geteisterd, dus was het ook afwachten in welke mate we hier rond konden. Een heel deel wandelpaden waren nog steeds afgesloten wegens overstromingen en brokstukken/bomen die de paden versperden. De omgeving rond het meer Ashi was gelukkig wel gewoon bereikbaar dus besloten we daar wat rond te wandelen. Helaas bleken de voorspellingen voor de enige dag die we in Hakone hadden correct: regen, regen en nog eens regen. Maar ja, wat doe je als je maar 1 dag hebt? Toch maar naar het meer gaan en hopen dat het nog wat opklaart. Uiteindelijk stopte de regen wel waardoor we nog een leuke wandeling konden doen langs het meer en door een parkje, maar de wolken wilden van geen wijken weten en dus bleef die bekende Fuji verstopt voor ons. Even de voorspellingen voor de volgende dag erbij halen en kijken of we misschien vroeg in de ochtend nog een kans zouden wagen om een glimps op te vangen van die majestueuze berg. Die voorspellingen zagen er best goed uit dus besloten we om de eerste bus om 6.40u richting het meer te nemen. Toen we ’s ochtends beneden in de gemeenschappelijke ruimte van onze hostel kwamen stond onze lieve gastvrouw ons al op te wachten. Zij wou ook graag die ochtend nog eens een kijkje gaan nemen naar Fuji vanop een ander uitkijkpunt dan wij voor ogen hadden. Met veel plezier stelde ze voor om ons mee te nemen in haar auto en ons daarna af te droppen aan het meer. Wat waren we blij dat we dit aanbod kregen en erop in gegaan waren. We kregen Mount Fuji op 4 verschillende uitzichtpunten te zien en het door haar gekozen uitzichtpunt was adembenemend. Eenmaal aan het meer afgezet was het tijd om ook de meest bekende foto van Fuji te nemen, samen met het meer en de torii. We wandelden nog naar de torii in het water en na onze beurt af te wachten in de rij konden ook wij die bekende foto nemen. Na de verkenning van de bijbehorende tempel, die vredig in het bos lag, was het tijd om onze trip verder te zetten. We dachten dat onze dag al niet meer stuk kon met het bewonderen van Mount Fuji, maar hij werd nog veel beter. Nooit gedacht dat we ooit op zo’n supersnelle trein zouden zitten, maar ook dat werd een check van het lijstje. Om van Hakone naar onze volgende bestemming te gaan moesten we wel wat kilometers verzetten. Natuurlijk gaat dat iets sneller met zo’n Shinkansen trein (270 km/u) en die ervaring wilden we maar al te graag meemaken. Gelukkig waren er nog zitjes genoeg in de niet-gereserveerde sectie. Na de trein moesten we ook nog een bus op die ons uiteindelijk tot in Magome zou brengen. Dit oude postdorp staat bekend om de wandeling tot in Tsumago, een ander oud postdorp. We konden wel al meteen onze benen trainen voor die wandeling want bleek dat de bus die we genomen hadden niet tot in Magome dorp reed. Plots stopten we op een parkeerterrein naast de autosnelweg en werd er geroepen “Magome”. Redelijk verbaasd stapten we dan maar uit en stonden we even verweesd rondom ons te kijken. Nadat we even op de gps gekeken hadden bleek dat onze slaapplaats en dus Magome op zo’n 2 km lag van waar we stonden. Er zat dus niets anders op dan die rugzak op de rug te gooien en op pad te gaan. Nu moeten we zeggen dat dit net iets aangenamer was bij de frisse herfsttemperaturen bij avondval dan in 30+ graden en 85% vochtigheid. Op zich gingen we dus vlotjes vooruit en genoten we van de omgeving rondom ons: natuur! Een goeie 25 minuten later stonden we aan onze hostel en konden we nog genieten van een gezellige avond in zowaar een sofa. De volgende dag deden we onze wandelschoenen aan voor een stevige tocht van zo’n 18 kilometer. Velen doen de wandeling maar in 1 richting en laten hun bagage nasturen, wij besloten om de wandeling heen en terug te doen. Het werd een mooie tocht door pittoreske dorpjes en prachtige bossen. De kuiten moesten hier en daar wel eens een beklimming door bijten, maar dat was het zeker waard. Tsumago bleek een wat grotere versie van Magome te zijn. We vonden er zelfs een knus koffieshopje waar we onze dagelijkse verslaving konden nuttigen. Ook de terugweg was knap, je ziet de dingen dan toch weer net vanuit een andere hoek. Moe maar voldaan arriveerden we die avond terug in Magome. Blij dat we dit prachtig stukje Japan en uitzichten hadden kunnen meepikken. Op aanraden van onze vrienden Tessa en Nicolas vlogen we hierna helemaal naar het zuidelijkste stukje om een bezoekje te brengen aan een eiland genaamd, Yakushima. Zo waren we ondertussen al bijna half weg onze trip in Japan. De zenuwachtigheid had inmiddels plaats gemaakt voor ver(be)wondering. We hadden in heel toffe hostels geslapen, lekker eten ontdekt (ook al kwam dat regelmatig van de 7Eleven), mooie plaatsen bezocht en prachtige mensen ontmoet. Mensen die regelmatig zelf ook niet in het gareel lopen en de regeltjes al eens aan hun laars lappen. Verder knijpen ze bij ons Westerlingen al eens een oogje dicht als we iets doen dat misschien niet helemaal strookt met de regels. Ze weten ook dat wij niet op de hoogte kunnen zijn van alle onuitgesproken handelingen enzovoort. Het zaadje voor die boon was al wel gezaaid.
|
Huidige Locatie |