Na een half jaar reizen zijn er heel wat dingen die we in cijfers kunnen uitdrukken. We hebben dan ook ons best gedaan om een en ander op een rijtje te zetten. Zo hebben we al 10 vluchten achter de rug en er staan er nog twee op de planning. Hieronder vind je de vluchten met hun aantal kilometers (in vogelvlucht). Helaas laten we zo wel een grote voetafdruk na op Moeder Aarde. We wilden ook de CO2 uitstoot berekenen maar de verschillende bronnen die we probeerden gaven té verschillende resultaten, dus dat is niet gelukt.
Totaal: 21.749,10 km
Dat is de wereld half rond. In 2010 zijn we erin geslaagd om met ons busje 41.000 km af te leggen in Australië en dat is dus net iets meer dan de omtrek van onze Aarde. Eenmaal weer met beide voeten op de grond hebben we natuurlijk ook gebruik gemaakt van andere vervoermiddelen en er sommige zelf bestuurd:
In totaal hebben we ondertussen 10 eilanden bezocht en over 3 koraalriffen gesnorkeld. Het kleinste eiland was zo klein dat je op 3 minuten van de ene kant naar de andere kant wandelde. We hebben verder gezwommen in 4 verschillende zeeën: Laccadiven Zee, Arabische Zee, Bali Zee en de Flores Zee. Naast onze zwemvliezen trokken we onze wandelschoenen wel eens aan en beklommen dan hier en daar een piek. Deze vier zijn het vernoemen waard: En we kunnen eindelijk ons eerste wereldwonder noteren: Taj Mahal. Onderweg zijn we vele mensen tegengekomen dus ook vele nationaliteiten. Hier even een opsomming van de nationaliteiten waar we wel meer dan een goedendag tegen gezegd hebben:
Aangezien we wel van een heerlijk kopje koffie houden, missen we dat hier af en toe wel. Al hebben we toch al 3 keer een echte goede koffie kunnen drinken. Dat was op de volgende plaatsen:
Er valt vast nog wel wat op te noemen, maar zo hebben jullie al een idee. Wat we verder vooral onthouden van de bezochte landen:
Wat hebben we geleerd op die zes maanden? Zijn er nog meer getallen of reisweetjes die jullie willen weten, vraag maar raak in jullie reacties onderaan.
0 Reacties
Flores, het derde eiland op onze Indonesische trip. We startten helaas met een dipje aan onze tocht op dit eiland. Hierdoor zagen we in het begin vooral veel negatieve verschillen met Bali en Lombok. Zo is veel er wel wat duurder: accommodatie, een scooter huren, … Vooral bij de accommodatie hadden we het gevoel dat je vaak te veel betaalt voor wat je krijgt. Er is echter een logische verklaring voor deze hogere prijzen. Ze hebben hier zelf weinig voorzieningen dus vele zaken moeten van Bali en Java overgebracht worden zoals bedden, voertuigen, bouwmaterialen en noem maar op. Gelukkig konden we gaandeweg onze travel vibe terug vinden en zagen we ook de mooie stukken. Het eten is hier nog steeds niet zo verschillend met de nasi goreng, mie goreng, noodle soep, cap cay en satay. Verder heeft Flores wel zijn eigenheid; een eigen unieke sfeer, zijn eigen vriendelijke mensen, zijn eigen ongerepte natuur. Met de scooter vertrokken we vanuit Labuan Bajo voor zo'n 3 weken. De eerste dagen vertoefden we vooral in het koele klimaat van de bergen met wondermooie vergezichten en magnifieke vulkaantoppen. Hier zagen we ook de traditionele manier van leven op Flores. Rond Bajawa zijn er een aantal dorpjes te bezoeken die nog volgens de traditie leven, vooral rust is hier te vinden. Daarna was het tijd om de hitte nog eens te trotseren. Dat deden we echter met plezier. We kregen er namelijk een prachtige dag voor in de plaats tijdens een snorkel trip rond het marine park "17 islands". Hierna waagden we ons aan onze langste rit: 217 km in 1 dag. In België is dat een fluitje van een cent maar op Flores Bumpy Island wat minder. Na ongeveer 6,5 uur op de scooter bereikten we onze eindbestemming van de dag, Maumere. Niets bijzonders te melden hier, een stad zoals een ander op Flores. Tijdens onze snorkel trip van enkele dagen eerder leerden we een Baskisch koppel kennen, Naia en Roge. Zij waren ondertussen in Paga en dat zou voor ons ook een goede tussenstop zijn. Het klikte trouwens goed met hen dus leek het ons tof om een paar dagen samen rond te toeren. Vanuit Paga reden we met z'n vieren naar Moni, bekend als vertrekpunt om de drie kleurrijke meren van de vulkaan Kelimutu te bezichtigen. We twijfelden nog of we effectief de hoge inkomprijs wilden betalen. Deze bedraagt namelijk 150.000 ruphia voor buitenlanders en slechts 5.000 ruphia voor de lokale mensen. Plus je moet dan ook nog geluk hebben met het weer aangezien het vaak nogal mistig kan zijn. Uiteindelijk besloten we om het er dan maar op te wagen. Op het einde van de dag waren we best tevreden met dat besluit. De weergoden waren ons gunstig gezind wat een prachtig zicht op de meren opleverde. De wandeling naar beneden was bovendien ook de moeite. Hierna begon zowel voor Naia en Roge als voor ons de geleidelijke terugtocht richting Labuan Bajo om de scooter weer af te leveren. Helaas moesten zij net wat eerder terug zijn dus volgde tijdens ons tweede bezoek aan Bajawa het onvermijdelijke afscheid. Met een krop in de keel wensten we hen een veilige tocht toe. Ze hadden ons moraal in die paar dagen weer helemaal opgekrikt met hun gezelschap. Zowel de vrolijke, zotte momenten als de interessante gesprekken hadden ons deugd gedaan. We zien ze ongetwijfeld terug. Topkoppel! De weg was vanaf nu terug bekend terrein. We namen enkel nog de afslag richting een leuke guesthouse gerund door een Nederlandse dame. Deze hadden we in de heenweg niet gevonden, nu dus wel. Het was nog een rustgevende en interessante tussenstop. Ruim 1200 km later stonden we weer voor de deur van de verhuurder. Deze kilometers hadden ondertussen ons hart warm gemaakt voor Flores en het was dus met spijt in het hart dat we dit authentieke stukje Indonesië achter ons lieten. Om te voorkomen dat we snel weer reis moe worden en terug in een dipje terecht zouden komen gaan we even rust nemen. We blijven een maand op Bali hangen in onze eigen bungalow met keuken ter beschikking. Het zal ons deugd doen om even niet vanuit de rugzak te leven maar onze kleren gewoon uit een kleerkast te nemen.
Dat het al eens tegenzit tijdens het reizen weet je op voorhand. We mochten het ondertussen al een paar keer aan de lijve ondervinden. Hier een aantal minder leuke voorvallen tijdens onze reis. In Singapore miste Kim plots iets zeer kostbaar in zijn achterzak, de portefeuille. We waren met de kabellift overgestoken naar Sentosa eiland en hadden daar geluncht. Blijkbaar hadden we beiden niet gezien dat de portefeuille nog op tafel lag. We spurtten terug naar de kabellift en deden ons verhaal. Gelukkig mochten we gratis terug oversteken én zijn er nog eerlijke mensen. Een klant had de portefeuille gevonden en aan de kassa afgegeven. Met een opgelucht gevoel konden we ons naar de Indonesische ambassade haastten. We moesten ons paspoort er die dag gaan afhalen met het nieuwe visum voor Indonesië. Een kwartier voor sluitingstijd liepen we het kantoor binnen. Oef!
Airconditioning is ook niet altijd een zegen. Kim kreeg een serieuze verkoudheid te pakken door de airco op onze kamer in Singapore. Het was een stevige deze keer met alles erop en eraan: hoofdpijn, keelpijn, oorpijn, een verstopte neus en zelfs koorts. Helaas is een vliegtuig nemen dan niet ideaal. Ruim een week later was hij er eindelijk van verlost. En dan waren we op Flores terecht gekomen. Het idee was om met een scooter weer een toer rond het eiland te doen zoals we op Bali en Lombok gedaan hadden. Hiervoor moesten we een opslagplaats vinden om onze grote rugzakken achter te laten. Normaal is dit evident en heeft het hotel wel een opslagplaats. De opslagruimte in ons hotel was te klein om het zo'n lange tijd te stockeren, dus dat ging niet. Aangezien Flores nog niet zo toeristisch is, zijn er daarvoor verder geen voorzieningen te vinden. Toen we aan de babbel raakten met een Europese dame die er net een maand een eetgelegenheid open heeft, stelde ze voor om het in haar kantoortje te stockeren. Super, en wij ontzettend blij dat we de volgende dag toch gewoon konden vertrekken. Het was trouwens al de tweede keer dat we pech hadden met het opbergen van onze grote bagage. Toen we naar Singapore vertrokken, dachten we deze ook in het hotel te kunnen achterlaten. Helaas kon dat alleen maar voor een paar uur in afwachting van een vlucht, maar geen volledige week. Gevolg was dat we op de luchthaven op zoek moesten naar een opslagplaats. Die vonden we wel, maar het was toch een onverwachte hap uit ons budget. Onze bagage nam trouwens al een keer eerder een hap uit ons budget. Zo was onze bagage blijkbaar niet inbegrepen in de prijs van het vliegticket Delhi-Bali en moesten we nog eens € 180 bij opleggen. We hebben al vaker horen vallen dat de overheid in Indonesië meer oog heeft voor Java en Bali en de andere eilanden wat meer links laat liggen. Goed voorbeeld is de staat van de wegen op Flores. We mochten het aan de lijve ondervinden toen we van Riung naar Maumere reden. Een weg kon je het op een gegeven moment niet meer noemen, zoveel gaten en losliggende stenen. Hierdoor deden we een uur over zo'n 14 kilometer en hadden we ondertussen eelt op onze poep. De bijnaam FBI, Flores Bumpy Island, is dan ook zeer toepasselijk. Gelukkig verbeterde het uiteindelijk wel weer en konden we er terug vaart achter zetten. We mochten blij zijn dat we na honderden kilometers op de scooter nog niets voor hadden gehad, maar het moest er dan toch eens van komen. Toen we in Maumere richting een uitzichtpunt aan het rijden waren reden we onze achterste band lek. Met wat hulp van lokale kregen we onze scooter tot aan een herstelplek. De binnenband was deftig gesprongen en moest dus vervangen worden. Een half uur later was alles weer in orde. Dachten we de pech wel achter ons gelaten te hebben, niets was minder waar. Toen we 6 dagen later in Ende vertrokken richting Bajawa voelde Kim plots weer iets raar aan de scooter. En ja hoor de band was weer doorboord. Gelukkig moesten we niet al te lang wachten want er stopte een pick-up waar we, tegen betaling, de scooter achterop konden laden. Die bracht ons naar het eerst volgende dorp waar we na een half uur weer geholpen waren. Dat reizen niet altijd rozengeur en maneschijn is, ondervindt elke backpacker. |