India... We hadden er veel zenuwen voor en de talrijke verhalen die andere reizigers ons wisten te vertellen hadden het er niet altijd beter op gemaakt. Maar kom, we gingen er het beste van maken en één maand zouden we nog wel overleven. Op 12 maart stapten we dan ook het vliegtuig op richting Madurai. Hier werden dan meteen de stereotype beelden wel bevestigd: veel volk en chaotisch verkeer. We wandelden hier wat rond om wat gewoon te worden aan de nieuwe geuren, kleuren, geluiden én smaken! De variatie aan eten beviel ons wel meteen, de rest zou toch nog even wennen worden. Om de drukte en de hitte te ontvluchtten trokken we verder naar een bergdorpje genaamd Kodaikanal. Hier konden we wat bekomen: niet te warm overdag om een wandeling te doen en lekker koel 's avonds om goed te kunnen slapen. We leerden hier de Indische chocolade en chai kennen, genoten van mooie uitzichten, dronken nog eens een heerlijke kop koffie en zagen de eerste regenval in 6 maanden in dit dorp. Er is echter een tijd van komen en een tijd van gaan. De volgende halte was Cochin, aan de westkust van India. Deze regio staat bekend om zijn “backwaters” en daar wilden we dan ook wel eens een kijkje gaan nemen. Helaas lijkt het hier overal wel net iets warmer of droger of vochtiger te zijn dan anders. Zelfs zitten en enkel ademen zorgde al voor een zweetaanval. Drie nachten lang deden we niet echt een oog dicht en overdag waren we redelijk tam om veel te ondernemen. Wat struinen op de dijk of door de gezellige straatjes en eens afkoeling zoeken in een airconditioned café. We boekten hier een boottocht op de backwaters. Dit waternetwerk van lagunes en meren is uniek omdat hier zout- en zoetwater samen komen. De waterwegen worden gebruikt voor transport, visserij, landbouw en natuurlijk, toerisme. De boottocht was mooi maar duurde naar onze mening net iets te lang. Tijd om de afkoeling weer op te zoeken. Na onze eerste treinrit in India en nog een busrit later kwamen we in Ooty aan. Wederom een stadje in de bergen, waar ook de kolonisten van in de tijd verkoeling zochten. Het stadje zelf was niet bijzonder, maar de omgeving wel. We boekten een toer om de omgeving te verkennen en dachten nog wel andere Westerlingen op het busje te zien stappen, maar het waren enkel Indiërs. Een dagje op pad met een tiental andere Indiërs was ook wel eens een beleving. Uiteindelijk een toffe dag met mooie uitzichten, een waterval en zelfs een safari in een nationaal park. En we spotten hier zelfs een wilde olifant! Verder cruisden we wat rond op een scooter en bezochten de botanische tuin. We waren wel vergeten dat we net in het paasweekend daar waren. Heel veel Indiërs komen dan ook naar Ooty en het was er dus echt een overrompeling. Op vrijdagavond zat elke eetzaak gewoon stampvol zodat we uiteindelijk in een zaak buiten het centrum ons avondeten moesten gaan zoeken. We overleefden de drukte en onze zoektocht naar een ATM waar nog wél cash geld in zat en trokken dan door naar een volgende bestemming, Kalpetta. Hier kwamen we terecht in een heel ontoeristisch stadje. Ze keken hier wel heel verbaasd op van die twee blanke mensen die plots door de straat wandelden. Na een stevige zoektocht vonden we uiteindelijk een scooter om de volgende 2 dagen mee rond te toeren. De omgeving was prachtig met nog heel veel groen en ook veel enthousiast wuivende kinderen. We bezochten enkele meren. Bij een van de meren werd er ons een goede deal aangeboden: voor de prijs van een mochten we met twee via de zipline een tochtje over het meer maken. Dat konden we natuurlijk niet weigeren. Verder beklommen we ook nog de Chembra Peak. Je mag hem niet meer tot aan de top beklimmen om de dieren en planten in dit stukje natuurreservaat te beschermen. De 2,5 km die we naar boven gingen waren ook al de moeite waard. Het is een steile klim en dat in de warmte van de zomerzon, pfff. Gelukkig is het uitzicht wel de moeite waard. Voor de rest reden we ook lekker wat rond om af en toe eens te stoppen, al was het voor een chai of een mooi uitzicht. We hadden niet meteen nog een andere bestemming in de buurt voor ogen dus besloten we om meteen een stukje noordwaarts te gaan, naar Goa. Hiervoor moesten we de nachttrein op. Om 5u. 's morgens bereikten we het dorp waar we af moesten stappen. Een rickshaw ritje en een 1,5 km wandeling later stonden we eindelijk aan onze eindbestemming. Moe maar voldaan genoten we hier een weekje van de rust. Enkel het ruisen van de zee hoorden we bij het slapen gaan, geen enkele toeter in een paar kilometer te bespeuren. Hier namen we ook even de tijd om vooruit te denken naar wat de rest van onze route zou inhouden. Hoewel India ons beter beviel dan verwacht, was vooral voor Kim het luidruchtige verkeer en de drukte er vaak te veel aan. We namen dan ook het besluit om ons nog naar Delhi te begeven en de Taj Mahal te bezoeken, maar daarna het land te verlaten. Aangezien India wel een erg groot land is zijn de afstanden die je moet overbruggen vaak lang. Om van het zuiden van Goa tot in Delhi te raken moesten we dan ook eerst een nachttrein naar Mumbai nemen om daar dan het vliegtuig op te springen voor een twee uur durende vlucht naar Delhi. Het was dus een redelijk vermoeiende tocht, maar we hadden op de trein nog wel een leuk gesprek met een Indiër. In Delhi aangekomen gingen we meteen op zoek naar een chauffeur die ons de volgende dag tot in Agra en terug zou willen rijden. Eenmaal dat geregeld was konden we eindelijk wat rusten in onze kamer. De volgende ochtend werd weer pijnlijk: om 4.30u ging de wekker want we zouden om 5.00u vertrekken naar de Taj Mahal. Voor een keertje was het wel eens leuk om lekker rondgereden te worden in een auto met airconditioning. Een goede 3,5 uur later stonden we dan eindelijk oog in oog met een wereldwonder, voor beiden het eerste. Ondanks het vele volk was het zeker de moeite waard om daar te staan. Het is een prachtig gebouw met een mooi verhaal. Na de lunch en nog een bezoekje aan een markt met marmeren spullen reden we terug richting Delhi. Hiermee sloten we dan ook een hoofdstuk af. De volgende namiddag brachten we door op de vlieghaven van Delhi, waar we nog in gesprek raakten met een Belgische dame. Om 23.10u steeg ons vliegtuig richting Indonesië op. Vaarwel of tot ziens India, hallo nieuwe bestemming! Misschien komen we ooit nog wel een keertje terug om wat meer van dit prachtige, zij het speciale land te bezoeken. We houden er zeker mooie herinneringen aan over maar moeten ook toegeven dat dit niet meteen het land is waar we het eerst aan zullen terug denken. Het eten en de chai zullen we in ieder geval wel missen. Dit was voor ons echt wel een verrijking voor de smaakpapillen. We herinneren ons ook dat we af en toe wel bekende Indiërs leken. Geregeld werden we gevraagd voor een “selfie”. Ze kijken dus toch nog wel op van blanke mensen te zien. We dachten nochtans dat er wel genoeg toeristen India aandeden zodat het al normaal voor hen is om ons te zien. Al moeten we ook wel zeggen dat we op onze maand eigenlijk weinig blanke mensen tegengekomen zijn.
Laten we besluiten dat dit een korte maar krachtige ontdekking van India was.
0 Reacties
Sri Lanka... Je kan er veel over lezen of over horen, maar voelen doe je pas als je er bent geweest. Zo is dat trouwens voor elk land. Voor ons roept het horen van de naam nu vele herinneringen en emoties op. De eerste dagen waren niet meteen een succes. We verbleven in het kuststadje Negombo, waar het warm, vochtig en druk was. Niet meteen een goede combinatie en ook geen referentiepunt voor de rest van het eiland. Na Negombo kruisten wel prachtige ervaringen ons pad. Hierbij denken we dan vooral terug aan de warmte en gastvrijheid van de bevolking en de hoeveelheid natuur die we tegenkwamen. De lokale mensen waren altijd bereid om te helpen, al was het om de juiste bus aan te wijzen of om onze slaapplaats te vinden. We herinneren ons ook Manna van de wasserij in Galle. Het aantal propere onderbroeken begon weer te slinken dus was het tijd om de was nog eens te doen. Uiteindelijk raakten we aan de praat met de vriendelijke eigenaar, Manna, en nam hij ons de hele dag mee op pad. Hij betaalde onze lunch, zorgde voor een goedkope slaapplaats aan het strand, nodigde ons bij zijn thuis uit voor het avondeten en zette met ons nog een stapje in de wereld. De was mocht dan wel wat duurder geweest zijn (al was hij deze keer écht wit en zelfs gestreken), de rest van de dag bleef onze portemonnee in onze zak. Manna had ons een prachtige dag bezorgd door ons een dag in zijn leven te laten mee beleven zonder daarvoor iets in ruil te willen. Met een zeer voldaan gevoel (en nee dat was niet enkel door de drank) kropen we die nacht in ons bed. Een wat nauwer contact met de mensen zorgt er ook wel voor dat je de minder leuke kanten ziet. Manna's wasserij doet namelijk goede zaken want hij doet het linnengoed van een aantal chiquere hotels in Galle Fort en hij kan de aanvragen nog maar net bijhouden. Toch woont hij in een klein huisje in een achterbuurt van Galle. Ook bij de familie Dias, waar we drie keer verbleven, merk je onder alle lachende gezichten dat ze vaak moeten knokken om alles draaiende te houden. En dan heb ik het nog niet over de bedelende mensen op straat, vaak met misvormde ledematen, die je smekend aankijken. Je kan helaas niet iedereen helpen en je moet dus van je hart een steen maken, hoe pijnlijk het ook is. Om nog even op de familie Dias terug te komen, hier hebben we wel het toppunt van gastvrijheid ontdekt. We kwamen als gasten maar vertrokken als familie. Ons eerste verblijf bij Dias Rest zou twee nachten duren maar dit werden er uiteindelijk vijf. Toen we dan ons visum verlengd hadden en we dus nog wel wat extra tijd om handen hadden, leek het ons een goed idee om nog eens langs te gaan. Deze keer bleven we zo'n negen nachten, terwijl we dachten een drietal dagen te spenderen. Het klikte zo goed, we trokken er met de zonen op uit en ontmoetten er bovendien Honor. We besloten om te blijven en zo konden we zowel Dias als zijn vrouw Farina hun verjaardag meevieren. Als verrassing bakten we een cake, zorgden we voor ballonnen en een cadeau. Het ultieme cadeau voor ons was dat ze ons echt familie noemden en we ook met hen mochten mee eten nadat alle andere gasten al gegeten hadden. Het was dan ook een emotioneel afscheid, maar we wisten dat we na onze Jaffna trip met Honor, terug zouden komen. Dat deden we dan ook. Onze laatste vier dagen in Sri Lanka spendeerden we nogmaals bij Dias en zijn familie. Deze keer geen verjaardagen maar wel mochten we met Farina mee op pad. Samen brachten we een bezoekje aan haar ouderlijke huis. Met pijn in het hart verlieten we deze mooie plek met deze prachtige mensen. Wat ons ook bij Dias hield was de prachtige omgeving: bergen en natuur. Natuur vind je nog volop in Sri Lanka. Tussen steden en dorpen vind je vaak nog tropische wouden of ander groen terug. Dit hadden we niet verwacht van Sri Lanka dus dat was een mooie meevaller. We hebben dan ook vaak genoten van wandelingen in deze natuur. Al is er in de Hill country natuurlijk ook wel veel bos moeten verdwijnen om de theeplantages te kunnen aanplanten. Bovendien zijn de mensen niet altijd begaan met de natuur. Vaak zie je wel bordjes waarop wordt gewezen om je afval in een vuilbak te doen en de omgeving proper te houden, maar dan zie je ze toch het vuilnis dumpen in het bos of plastic verpakking uit het trein- of busraam naar buiten gooien. Er is dus nog zeker werk aan de winkel op dat vlak. Wij proberen ze dan al maar een zetje te geven door wel alles in de vuilbak te gooien of als die er niet is het in onze tas te steken. Naast de natuur en de mensen heb je nog zoveel kleine dingen die het geheel compleet maken: het lekkere eten, de lachende en wuivende kinderen, andere gelijkgezinde reizigers, het genietende snuitje van een hond of kat die je een aai geeft, ... Redenen genoeg dus om ons verblijf in Sri Lanka met een maand te verlengen, zeker omdat we voor India nog steeds veel zenuwen hadden. Van uitstel kwam echter geen afstel en uiteindelijk was de dag dan toch aangebroken om Sri Lanka te verlaten en onze vlucht naar India te nemen.
Hier kwamen we wel even in een andere wereld terecht. Vooral omdat we aankwamen in een grote stad was het heel erg druk en dus wel even wennen. Dan waren Colombo en Kandy nog niets vergeleken met dit. Onze eerste indrukken van India zijn dan ook vooral druk, chaotisch verkeer met veel getoeter en veel afval overal. Al moeten we ook een positieve noot toevoegen, want India valt ons wel beter mee dan verwacht. We zijn ook al rustigere plekken tegengekomen met veel groen en bergen. Dat ook dít India is hadden we niet kunnen denken. De mensen zijn vriendelijk en slagen graag een praatje met je. Al gaat dat soms niet verder dan vragen naar je land en je “good name”. Ze kijken vaak nog verbaasd op van onze bleke gezichten (ja hoor ook al hebben we ondertussen een kleurtje, hier zijn we nog bleek). We hadden gedacht dat ze Westerse mensen hier toch al meer gewoon waren. En dan heb je nog het eten... Mmmmm! Dat is zeker ook iets positiefs aan India. Meer variatie dan in Sri Lanka, want niet alleen maar rijst en curry maar ook nog vele verschillende soorten “brood” zoals naan, parotta, chapatti, enzovoort. De koffie smaakt ook al wat beter en de chai tea, daar stoppen we onderweg graag even voor. Zoals je hoort, bevalt het ons hier nog wel, al moeten we de toeters vooral nog leren weg te filteren. |