De laatste 3 weken voordat we naar de VS vlogen besloten we door te brengen in Cuba. Na een korte vlucht vanuit Cancun landden we uiteraard in Havana. In Cuba heb je keuze uit hotels of de zogenaamde “casa particulares”. Aangezien de hotels vaak in bezit zijn van de overheid en je bij de casas bij de Cubanen zelf verblijft kozen we voor deze laatste optie. Meteen ook een mooie manier om hen wat te steunen. In Havana verbleven we bij José, een supervriendelijke en behulpzame oudere man. Zijn huis bevond zich op een 6 km van de historische stad dus konden we best vervoer vinden om tot daar te geraken. José legde ons de verschillende opties en prijzen uit: bus, collectieve taxi en minibus. Aan de bushalte moesten we alle soorten transport maar gewoon tegenhouden en zeker niet meer betalen dan 2 CUC (de omwisselbare peso, maar door kom ik later nog op terug). We vermoeden dat deze man zelf niet vaak gebruik maakt van openbaar vervoer want na een poosje hadden we nog steeds geen bus gevonden waar nog een persoon bij op paste of een taxi die ons voor minder dan 5 CUC wou meenemen. Ook de volgende dagen leek dat echt een onmogelijke opdracht. We hebben met andere woorden vooral gewandeld in Havana. Twee keer hebben we ook in een van de gekende oldtimers een ritje genomen, tegen een te hoge prijs. Wel eens leuk om daarin mee te rijden overigens. Havana bleek echter niet voor ons weg gelegd te zijn. Buiten het feit dat het transport er absoluut een ramp is, is de stad vuil en voor een groot deel in verval. We hebben zeker een aantal mooie en gezellige plekjes gevonden, maar die maakten de rest van onze ervaringen in deze stad niet goed. We bezochten het historisch centrum, wandelden langs de befaamde Malecon aan het water en gingen ook een dagje wat groens opzoeken in El Bosque. Na 3 dagen hielden we het echter voor bekeken en was het tijd voor wat anders. We gingen aan boord van een Viazul bus die ons naar Viñales bracht. Dit dorp en tevens ook nationaal park ligt ten westen van Havana en staat vooral bekend voor het karstgebergte en de tabaksteelt. Hier hadden we het al meer naar onze zin. Er hing een leuke sfeer in het dorp en het uitzicht was vele malen mooier dan in Havana. Je kan hier ook te paard een aantal uurtjes door het nationale park galopperen en ondertussen verschillende boerderijen aandoen, van tabak tot koffie, naar rum en honing. Voor ons beiden was het de eerste keer op een paard, maar Tequila en Cuba Libre (de paarden dus) hadden ons wel een heel fijne ervaring bezorgd. Met een frisse wind en nieuwe moed vertrokken we uit Viñales. Een lange busrit bracht ons tot in Trinidad. Dit oude koloniale dorpje trekt jaarlijks vele toeristen. Ook al waren er inderdaad wel gezellige straatjes en pleintjes, voor ons kon het niet tippen aan Antigua in Guatemala en was het dus een beetje een tegenvaller. We struinden hier wat rond, bezochten een klein museum met uitzichttoren over de stad en genoten van de muziek op straat met een bijpassend drankje. Havana Club Rum is hier alom aanwezig, dus aan mojito’s en andere cocktails geen gebrek. De volgende stop op onze weg richting het oosten was Camagüey. Voor de meesten die Cuba bezoeken is dit enkel een rustpauze op weg naar Santiago de Cuba. Wij bleven hier echter een extra nachtje hangen en vonden dit een aangename afwisseling. Gezellige pleintjes, een leuke boulevard en we vonden hier ook eindelijk een keertje goede koffie. De Cubanen drinken hun koffie namelijk heel sterk en dat is niet ons ding. Ook de casa waar we verbleven was superleuk en gezellig met een enthousiaste gastvrouw. Santiago de Cuba was voor ons dan ook de volgende bestemming. Met de plaatsen die we al bezocht hadden, was ons oordeel over Cuba tot dan toe al niet te best. Deze stad deed onze stemming helemaal tot een dieptepunt zakken. We zagen hier wel mooie koloniale gebouwen, heerlijke live muziek op het centrale plein en een leuke Malecon, maar werden te vaak om geld gevraagd op een vermomde manier en het gebrek aan organisatie kwam ook hier weer sterk naar boven. Toen we de boot richting het fort wilden nemen bleek op hetzelfde uur ook nog toeristenbootjes te vertrekken waarvoor je op voorhand moest reserveren. Hadden we in de blakende zon staan aanschuiven voor niets leek ons. De toeristenbootjes mochten we niet op en het was dus niet duidelijk dat, met vertraging zoals met vele dingen in Cuba, ook nog een andere boot zou uitvaren. Een bordje met wat info en vertrekuren zou niet misstaan. Oververhit zochten we dan maar verkoeling in een eetzaakje. Voor ons was Santiago dus een plaats om snel te vergeten en uit weg te gaan. Uiteindelijk kwamen we helemaal in het oosten aan in Baracoa, onze eindbestemming. We hadden gehoord en gelezen dat dit toch net een ander stukje Cuba is en dat bleek ook zo. De rit er naartoe was al heel mooi, eindelijk wat bergen en groene natuur. Ook de sfeer in het dorp en de mensen waren wat losser en vriendelijker. Hier brachten we uiteindelijk 5 dagen door. Enkele dagen deden we het rustig aan met wat rondslenteren in het dorp en wat trappen beklimmen naar uitzichtpunten over de baai. We waren echter ook wat actiever hier. Zo bezochten we het El Yunkue nationaal park en beklommen daar de gelijknamige berg met een hoogte van 576 m. Het was een goed doenbare klim, al was het eerste deel heel zweterig omwille van de hogere vochtigheid hier. Na de klim en afdaling konden we echter verkoeling zoeken in de heldere rivier. Heerlijk! Een andere dag sprongen we op 2 gehuurde fietsen en verkenden de omgeving met zijn talrijke rivieren en stranden. Bovendien verbleven we in een supertoffe casa met een ontzettend sympathieke gastvrouw. Dankzij Baracoa sloten we Cuba toch nog met plezier af. Toch kwamen de Cubaanse karakteristieken op onze laatste dag in Baracoa nog naar boven. We hadden een vlucht geboekt van daar naar Havana om die 1000 km te overbruggen. Wat een twee uur durende vlucht had moeten zijn, veranderde in een 16 uur durende taxi rit. Jawel, zonder enige melding werd onze vlucht geannuleerd en de reden is ons tot op vandaag nog onbekend. Het voordeel was dat we nog wat konden “socializen”met onze chauffeur en medepassagier. Zo kom je natuurlijk altijd wat meer te weten over het plaatselijke leven en denkbeeld van de lokale bevolking. Uitgeput bereikten we om half 3 ’s nachts eindelijk onze slaapplaats in Havana. Welgeteld 4 uur later ging de wekker alweer om onze vlucht naar Amerika te nemen. Wat een laatste dag! Cuba was uiteindelijk voor ons beiden de minst aangename bestemming van onze trip tot nu toe. De eerste indrukken van Havana hadden niet meteen voor een goede start gezorgd maar eerder voor frustraties omwille van het gebrek aan organisatie. Wachten op bussen die nooit plaats bleken te hebben, 2.5 uur aanschuiven om een busticket te kopen voor de Viazul bussen, de mensen die niet bepaald uitnodigend te noemen waren, enzovoort. We gingen steeds met een heldere blik verder naar een volgende bestemming waarbij sommige dit beeld enkel versterkten en andere plaatsen gelukkig toch een verademing bleken te zijn. Hetgeen ons ook vooral stoorde was het feit dat je hier als toerist echt wel flink uitgeperst wordt. Het bestaan van een 2de munteenheid, speciaal voor buitenlanders zegt hierover al genoeg. Als toerist kan je enkel de CUC (de omwisselbare Peso en ongeveer gelijk aan 1 dollar) uit de muur halen, maar de plaatselijke bevolking betaalt met CUP (de nationale peso en ongeveer gelijk aan 0.04 CUC). Je kan natuurlijk door dingen aan te kopen of door je CUC’s te wisselen wel aan de CUP geraken. Beide munten zijn wettelijke betaalmiddelen. Voor de toeristen worden de prijzen natuurlijk altijd in CUC gezet en die zijn vaak best aan de hoge kant. Ook uitstappen naar nationale parken en dergelijke zijn veel hoger geprijsd dan in andere landen die we al bezochten. De Viazul bussen zijn ook best duur en de enige bussen (naast collectieve taxi’s) die je als toerist kan nemen. De lokale bussen zijn voor ons niet toegankelijk. Al kwamen we er tegen het einde van onze Cubaanse trip ook wel achter dat we zelf wat in de fout waren gegaan met deze 2 munteenheden en we het hier en daar toch goedkoper hadden kunnen houden voor onszelf. Op elke reis leer je toch weer bij. Veel zou ook wel te maken hebben met het handelsembargo dat door Trump grotendeels terug is ingesteld. Hierdoor komt er ook moeilijk brandstof het land binnen, met lange aanschuifrijen aan tankstations tot gevolg. Gebrek aan brandstof doet de transportprijzen omhoog gaan, terwijl men per liter nochtans niet al te veel betaalt. We hebben op onze vorige reis India meegemaakt en daar is er al weinig sprake van logica, maar in Cuba lijkt die nog verder zoek. Op sommige vlakken zijn ze best georganiseerd en op andere snap je er dan weer niets van. Toen we dan vernamen dat ze slechts ergens tussen 30 en 40 CUC in de maand verdienen, dan kan je ook wel snappen dat ze bijvoorbeeld niet meteen een tandje gaan bijsteken wanneer er een ellenlange wachtrij staat aan het loket. In Cuba heerst het socialisme sinds de revolutie van eind jaren ’50. Dit houdt in dat o.a. onderwijs en gezondheidszorg gratis zijn, maar dat de lonen dus niet hoog liggen. Verder moeten boeren ook 90% van hun oogst, zoals tabak en bananen, afstaan als taks aan de overheid en kunnen ze dus enkel 10% behouden om zelf van te eten of te verkopen. Hierbij mogen ze niet in concurrentie treden met hun overheid. Toch willen de Cubanen het kapitalisme buiten houden. Dat is ook iets wat bij ons moeilijk te vatten valt. Er wordt wel graag verdiend op toeristen, wat ons dus ook een vorm van kapitalisme lijkt. Hierdoor kunnen mensen het beter hebben, want met het karige loon komen ze niet echt toe. Er wordt wel met een soort van voedselcoupons gewerkt maar dat helpt ze ook maar deels vooruit. Je ziet dus ook regelmatig lange rijen aan supermarktjes staan. Is dit omwille van de coupons of eerder omdat ze weten dat er een nieuwe levering gaat binnenkomen met een gegeerd product? We hebben namelijk meerder malen rondgewandeld in supermarktjes, maar vaak was er maar keuze uit een heel klein assortiment waarbij er dan rijen volstaan met 1 product. Soms konden we niet eens water vinden, maar alcohol is altijd voor handen. Cuba is voor ons echt een land van tegenstrijdigheden en zaken waar je je hoofd niet rond krijgt. Of we het zouden aanraden? Tja, niet echt. Maar misschien moet je het gewoon zelf een keer ervaren aangezien reizen altijd gepaard gaat met persoonlijke ervaringen. Cuba blijkt net zoals India een land te zijn waarbij je er ofwel van houdt ofwel niet bepaald een voorkeur voor hebt.
1 Reactie
|
Huidige Locatie |